En vergis je niet, ik ben van huis uit geen radicale activist of een of andere dwangmatige azijnpisser en ik realiseer me daarbij ook heel goed dat ongelijkheid iets van alle tijden is. Maar dit….!
In een land waarin ‘we’ vermanend en beschuldigend wijzen naar lieden die pesten op scholen of op werkvloeren, waarin overheden het voortouw nemen om zulk gedrag flink aan te pakken door o.a. pestprotocollen op scholen verplicht te stellen, worden uit naam van diezelfde Staat der Nederlanden desondanks dagelijks mensen op onmenselijke wijze geestelijk mishandeld en na jarenlang slepende procedures willens en wetens de illegaliteit ingedrukt of teruggejaagd naar ontvluchtte, onveilige geboortelanden. Het meest schrijnende daarbij vind ik nog dat onschuldige kinderen hierin betrokken worden. Het is haast ongelooflijk!
Ja, ik weet dat dit alles hard en beschuldigend klinkt en als het allemaal niet waar blijkt te zijn ben ik dan ook de eerste die mijn spijt en diepe berouw daarvoor zal betuigen, maar de keiharde waarheid aangaande de heersende asielproblematiek kregen we de laatste weken toch echt heel duidelijk, via een aantal zorgvuldig gemaakte televisieprogramma’s, snoei- en snoeihard voor onze kiezen. Het raakt me diep en ik kán er daarom niet over zwijgen!
“We zijn onze eigen beschaving aan het ondergraven met de huidige toonzetting, “ hoorde ik John van Tilborg, directeur van stichting INLIA onlangs in een herhaling van het programma “Spraakmakende Zaken” van de IKON over het asielbeleid zeggen. Ook “De VijfdeDag” van de EO besteedde onlangs aandacht aan deze problematiek. En kort daarna liet ik me confronteren met de tweede uitzending uit de serie “Uitgezet”, een reeks reportages/portretten van de VARA over bange, getraumatiseerde kinderen; oorlogskinderen, opgejaagde kinderen, rechteloze kinderen, uitgekotste, uitgezette kinderen. Ook wel ‘asielzoekerkinderen’ genoemd. De angst en het verdriet was in alle talen van hun gezichten af te lezen. Afschuwelijk vond ik het, maar ik bleef mezelf dwingen om te kijken en kennis te nemen van deze diepe, droeve ellende waaraan onze democratische staat zich momenteel schuldig maakt. Ik zou werkelijk geen nacht meer kunnen slapen als ik hier rechtstreeks verantwoordelijk voor zou zijn! Des te schokkender vind ik het dat de verantwoordelijke ministers met droge ogen durven te verkondigen dat zij zich hiervoor niet schuldig voelen. Hoe hard kun je zijn!
Een paar dagen eerder las ik al een artikel met de titel: “Hebben kinderen nog rechten?” van de inmiddels negentigjarige hoogleraar Paul de Blot SJ. Hierin
wijst hij erop dat de wet, waar wij allen verantwoordelijk voor zijn, een
middel is om mensen te beschermen, terwijl juist het tegenovergestelde plaatsvindt.
Willen wij ons na de mooie woorden van spijt en berouw
over de slavernij - om nog maar eens iets te noemen waaraan onze natie zich ooit schuldig maakte - misschien
graag door blijven gaan met het vuilmaken van onze handen? Of schamen wij ons oprecht de ogen uit het
hoofd over de onmenselijke wijze waarop wij zwakkere en geteisterde mensen al jaren behandelen? Zijn wij in staat deze wandaad onder ogen te zien en daarvoor werkelijk spijt en
diep berouw te betuigen? En durven wij daarbij dan recht vanuit het hart het aloude “dit nooit meer” weer uit te
spreken?
Ik weet het, het is een ingewikkelde tijd en we hebben dan ook vaak genoeg aan onszelf: “als ik mijn baan maar kan houden,” “als ik me maar op mijn carrière kan blijven richten,” “als ik maar op vakantie kan,” “als ik maar niet hoef in te leveren,” “als ik maar niet aan die akelige crisis hoef te
denken,” “als ik maar niets te horen
hoef te krijgen over de diepe ellende van anderen,” “als ik maar met mezelf bezig kan zijn, want dat heb ik nu eindelijk weleens verdiend.” En ja, ik begrijp het allemaal ook
nog want in deze ingewikkelde en hectische tijd vliegt de negativiteit ons om de oren en jaagt de stress onze gezondheid over de kling.
Toch denk ik dat het geen verkeerd idee zou zijn als wij onze collectieve tolerantie en menselijkheid eens flink zouden afstoffen, te beginnen bij onszelf. Al was het alleen maar omdat het zoveel
fijner voelt om menselijke warmte om ons heen te ervaren, omdat het ook zoveel
menselijker is om mensen die in de verdrukking leven een arm om de schouder te
slaan en te zeggen: “kom, ik begrijp dat je verdriet hebt maar ik kan het helaas niet van
je overnemen. Ik bied je mijn vriendschap aan en deel vandaag mijn bordje eten
met jou, gewoon omdat ik het jou niet gun dat je uit je onveilige en
kapotgeschoten land hebt moeten vluchten omdat je misschien dacht dat jij en je kinderen hier, in het beschaafde en democratische Nederland, een gelukkiger,
menselijker leven zouden kunnen leiden.”
Zoals iedere dag hebben we ook vandaag weer de kans om zelf
verantwoordelijkheid te dragen voor onze gemeenschappelijkheid. Juist nu de tijden voor steeds meer mensen
moeilijker worden kunnen we bijvoorbeeld besluiten de symptomen van het
individualisme van ons af te kloppen om elkaar op warme wijze tegemoet te treden - het is maar een idee.
En
nee, sorry, ik heb nu even niet zozeer in termen van geld gedacht. Ik vind het na het zien van zoveel menselijk leed nu namelijk even heel moeilijk om mijn begrip uit te spreken voor de moeilijke taak die onze landsbestuurders
hebben om de nijpende, economische toestand te redden, zonder
een aantal invloedrijke, op geld en macht beluste graaiers daarbij voor het hoofd te willen of kunnen stoten. Hoe ingewikkeld het allemaal ook is of wordt gemaakt.
We kunnen écht wel anders omgaan met ontheemden en hun kinderen, als we maar met hart en ziel willen en durven te kiezen voor menselijkheid!
Geschreven door Jaap Wakker, op persoonlijke titel.
We kunnen écht wel anders omgaan met ontheemden en hun kinderen, als we maar met hart en ziel willen en durven te kiezen voor menselijkheid!
Geschreven door Jaap Wakker, op persoonlijke titel.